Op 2 november jl. verzorgde Frank Groenendal een online kennissessie over bestuurdersaansprakelijkheid. In deze sessie besprak hij onder andere wat bestuurdersaansprakelijkheid is, wat de rol en taken van het bestuur van de vennootschap zijn en wanneer sprake is van ‘onbehoorlijke taakvervulling’. In dit artikel gaan wij hier nog eens op in.
Wat is bestuurdersaansprakelijkheid?
De hoofdregel is dat de vennootschap zelf aansprakelijk is voor schulden van de vennootschap, en niet de bestuurder(s). Dit ligt besloten in het feit dat ondernemen risico’s meebrengt; risico’s die bestuurders moeten kunnen nemen en waarbij hij een zekere mate van vrijheid geniet. Daarom zijn bestuurders in beginsel niet privé aansprakelijk als een beslissing achteraf toch niet zo goed uitpakt als verwacht.
Toch ontkomt een bestuurder niet altijd aan aansprakelijkheid. Hoe zit dit precies?
Interne bestuurdersaansprakelijkheid
Een belangrijk uitgangspunt is dat bestuurders het belang van de vennootschap dienen. Dit belang is leidend, niet het belang van de individuele bestuurder. Dit komt tot uitdrukking in artikel 2:9 van het Burgerlijk Wetboek:
‘Elke bestuurder is tegenover de rechtspersoon gehouden tot een behoorlijke vervulling van zijn taak. Tot die taak behoren alle bestuurstaken die niet bij of krachtens de wet of statuten aan één of meer andere bestuurders zijn toebedeeld.’
Dit artikel is de grondslag voor interne aansprakelijkheid, ook wel ‘bestuurdersaansprakelijkheid wegens onbehoorlijke taakvervulling’ genoemd.
Bestuurdersaansprakelijkheid wegens onbehoorlijke taakvervulling (2:9 BW)
Bestuurdersaansprakelijkheid wegens onbehoorlijke taakvervulling is een vorm van interne bestuurdersaansprakelijkheid. Intern, omdat het de vennootschap is die hierop een beroep kan doen ten opzichte van de bestuurder(s). Hierbij moet er sprake zijn van ‘onbehoorlijke taakvervulling’ en een ‘voldoende ernstig verwijt’.
Onbehoorlijke taakvervulling
Elke bestuurder is gehouden tot een behoorlijke taakvervulling en verantwoordelijk voor de algemene gang van zaken. Van hem mag worden verwacht dat hij die taak nauwgezet vervult (met het nodige inzicht en zorgvuldigheid). Doet hij dit niet, dan is sprake van onbehoorlijke taakvervulling die kan leiden tot bestuurdersaansprakelijkheid.
Voldoende ernstig verwijt
Of sprake is van een voldoende ernstig verwijt, wordt beoordeeld aan de hand van alle omstandigheden van het geval. Dit zijn onder andere:
- De markt waarbinnen de vennootschap actief is;
- De aard van de door de rechtspersoon uitgeoefende activiteiten;
- De in het algemeen daaruit voortvloeiende risico’s;
- De taakverdeling binnen het bestuur;
- Voor het bestuur geldende richtlijnen;
- De voorhanden zijnde informatie ten tijde van de verweten beslissing of gedraging;
- Het inzicht en de zorgvuldigheid die mag worden verwacht van een bestuurder die voor zijn taak berekend is en deze nauwgezet vervult.
Voorbeelden van handelen dat leidde tot interne aansprakelijkheid zijn:
- Handelen in strijd met de statuten van de vennootschap;
- Geld onttrekken aan de vennootschap voor privégebruik;
- De vennootschap niet of niet deugdelijk verzekeren voor (voorzienbare) risico’s.
Externe bestuurdersaansprakelijkheid
Externe bestuurdersaansprakelijkheid betreft aansprakelijkheid van het bestuur of een bestuurder ten opzichte van een derde of derden. De grondslag voor deze aansprakelijkheid ligt in de onrechtmatige daad.
Bestuurdersaansprakelijkheid wegens onrechtmatige daad (6:162 BW)
Voor bestuurdersaansprakelijkheid wegens onrechtmatige daad geldt de volgende norm:
‘De bestuurder handelt in strijd met hetgeen in het maatschappelijk verkeer betaamt en zijn handelen of nalaten als bestuurder ten opzichte van de derde in de gegeven omstandigheden is zodanig onzorgvuldig dat hem daarvan een persoonlijk ernstig verwijt kan worden gemaakt.’
Ook hier moet dus sprake zijn van ‘ernstige verwijtbaarheid’. Dit wordt ingekleurd aan de hand van de maatstaf zoals hierboven gegeven bij interne aansprakelijkheid.
Een voorbeeld van bestuurdersaansprakelijkheid wegens onrechtmatige daad is als de bestuurder verplichtingen aangaat namens de vennootschap waarvan hij weet of had behoren te weten dat de vennootschap deze verplichtingen niet zou kunnen nakomen. Bijvoorbeeld als hij een overeenkomst aangaat waarbij de vennootschap voor een heel hoog bedrag aan materiaal koopt, terwijl hij weet dat de vennootschap dit niet kan betalen.
Bestuurdersaansprakelijkheid in geval van faillissement
De curator kan het bestuur aansprakelijk stellen voor het gehele tekort in het faillissement (inclusief boedelkosten) als sprake is van ‘onbehoorlijk bestuur’. In het volgende deel van deze serie over bestuurdersaansprakelijkheid gaan wij verder in op bestuurdersaansprakelijkheid in geval van faillissement.
Praktische tips om bestuurdersaansprakelijkheid te voorkomen
Ondernemen betekent risico’s nemen. Maar als bestuurder wilt u uiteraard niet dat dit tot bestuurdersaansprakelijkheid leidt. Daarom geven wij u graag een aantal praktische tips om bestuurdersaansprakelijkheid te voorkomen:
- Ga geen verplichtingen aan die de vennootschap niet kan nakomen.
- Handel in overeenstemming met het belang van de vennootschap en de wet. Volg wat is opgenomen in de statuten en (indien die er is) de aandeelhoudersovereenkomst.
- Neem besluiten zorgvuldig.
- Vraag jaarlijks om decharge op de algemene vergadering van aandeelhouders.
- Grijp op tijd in als u merkt dat uw medebestuurders hun taken niet behoorlijk vervullen.
- Stel de jaarrekeningen op tijd op en publiceer en deponeer deze op tijd.
- Sluit een bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering af.
Vragen?
Heeft u vragen over bestuurdersaansprakelijkheid? Of twijfelt u of u (in het zicht van faillissement) het risico loopt om als bestuurder aansprakelijk te worden gesteld? Neem dan zeker contact met ons op, wij helpen u graag verder.